Titel 1
Titel 1
Titel 1
vereniging (178)>
![]() Voorzitter: Sander La Grouw voorzitter@profburgwijk.nl Sinds begin 2024 ben ik voorzitter van de Wijkvereniging. Ik woon nu 9 jaar in deze wijk en ben een geboren Leidenaar. De Stieltjesstraat is mijn uitvalsbasis waar ik woon met mijn vrouw Renske en mijn twee kinderen Hannah en Lucas. Het is een voorrecht om hier te mogen wonen. Er is een goed aanbod van onderwijs, sport en het polderpark maakt dat de natuur ook dichtbij is. Verder is er heel veel te ontdekken en is de algehele bouwstijl onovertroffen. Natuurlijk wonen hier ook de gezelligste mensen van Leiden 😊 Schroom niet om ons bestuur bij vragen of opmerkingen te benaderen, want samen kunnen we de wijk mogelijk nog mooier maken. Alleen met jullie hulp weten we wat er speelt en kunnen we hier actief op reageren. Tot ziens in de wijk! |
||
![]() Secretaris: Kees Rotteveel Secretaris@profburgwijk.nl Ik ben Kees Rotteveel en secretaris van de vereniging. Ik woon sinds 2002 in de Van 't Hoffstraat, lekker alleen. Ik geniet van de de variatie en diversiteit van onze wijk wat architectuur en mensen betreft. Het liefst loop ik naar de stad of het station om er extra lang van te kunnen genieten. |
||
![]() Penningmeester: John Molenaar penningmeester@profburgwijk.nl Ik ben John Molenaar en penningmeester van de vereniging. Ik woon sinds 2011 in de Van der Hoevenstraat samen met mijn vrouw Fleur, zoon Sam en dochter Britt. Het is heerlijk om te wonen in deze prachtige wijk dus ik vind het geweldig om op deze manier bij te kunnen dragen. |
||
![]() Bestuurslid: Karin Verbaken karinverbaken@profburgwijk.nl Ik ben Karin Verbaken. Na vele jaren als ontwikkelingsexpert in het buitenland te hebben gewoond en gewerkt ben ik begin deze eeuw in de ProfBurgWijk neergestreken. Als lid van het bestuur van de wijkvereniging, alweer sinds 2020, probeer ik mijn aandacht en energie nu aan het lokale gebeuren te geven. Maar het bloed kruipt waar ‘t niet gaan kan, ik wil in mijn laatste tijd als bestuurslid nog iets extra’s doen voor de groep expats in onze wijk, en voor de kleine ondernemers en/of ZPP-ers, waartoe ik zelf ook jaren heb behoord. Beide groepen zijn hier best talrijk, maar we weten te weinig af van hun leven in de wijk, hun mogelijkheden en behoeften. Het lijkt me leuk hier wat aan te doen! |
||
![]() Bestuurslid: Loes van der Hulst loesvanderhulst@profburgwijk.nl Mijn naam is Loes van der Hulst. Al jaren woon ik met plezier in de wijk en ik wilde graag wat terug doen. Eerst in de vorm als penningmeester, nu in de vorm van evenementen binnen de wijk. |
||
![]() Bestuurslid: Thea Dickhoff theadickhoff@profburgwijk.nl Mijn naam is Thea Dickhoff, sinds maart 2023 algemeen bestuurslid van de wijkvereniging. Ik woon hier nu bijna twee jaar en heb het prima naar mijn zin. Mooie wijk, dichtbij de stad en fijn om door te wandelen met die mooie bouwstijlen. Ik was zelfstandig ondernemer in beleidsadvisering, coaching en training in de non profitsector. Sinds 2023 met prepensioen en dat leek me een goede gelegenheid om me in te zetten voor de wijk. Binnen het bestuur hebben belangenbehartiging en het bijdragen aan cohesie en verbinding in de wijk mijn speciale aandacht. |
||
![]() Bestuurslid: David van Es davidvanes@profburgwijk.nl Mijn naam is David van Es en ik woon hier al een aantal jaar in onze prachtige wijk. Ik ben eigenaar van een adviesbureau voor verantwoorde digitalisering. In mijn vrije tijd houd ik mij graag bezig met mijn gezin en alles wat met techniek te maken heeft. Ik woon fijn in onze buurt en wil graag mijn steentje bijdragen om het nog fijner te maken en meer te leren over de mensen in onze wijk. Daarom heb ik besloten om me in te zetten voor de wijkvereniging. Mijn doel is om via de vereniging meer verbinding in de buurt te creëren. Of het nu gaat om gezamenlijke projecten of het verbeteren van onze leefomgeving, ik maak er graag samen met jullie iets moois van! |
||
![]() Hoofdredacteur Wijkblad: Maaike Botden redactie@profburgwijk.nl |
||
![]() Website Beheer: Colin Wells Webmaster@profburgwijk.nl Samen met mijn vrouw Ingrid woon ik al meer dan 30 jaar met veel plezier in deze prachtige buurt. Al mijn werkzame jaren heb ik gewerkt met websites en communicatiesystemen bij de grootste luchtvaartmaatschappij van het land en na mijn pensionering wilde ik een deel van mijn energie in de buurtvereniging steken. Sinds medio 2023 beheer ik deze website en de informatieschermen in de wijk met de bedoeling informatie snel en effectief beschikbaar te maken voor de bewoners van deze mooie wijk. |
In een groot aantal straten van onze wijk wordt jaarlijks straat- of buurtfeesten gehouden. Een heel goede manier om banden met straat en buurtbewoners te verstevigen en te onderhouden.
De wijkvereniging draagt zulke initiatieven een warm hart toe en ondersteunt ze door leden in de gelegenheid te stellen materialen te lenen. We hebben het dan niet alleen over partytenten, maar ook over bijvoorbeeld statafels en een geluidsinstallatie.
Deze materialen zijn - uitsluitend voor buurt- en straatfeesten - gratis door leden van de wijkvereniging te lenen. Er zijn natuurlijk wel wat voorwaarden aan verbonden. Dus als u spullen komt lenen wordt u gevraagd de algemene voorwaarden die hiervoor gelden te ondertekenen.
Wellicht ten overvloede: u kunt deze materialen niet lenen voor feesten en evenementen in de privésfeer.
We benadrukken met klem dat u deze spullen met zorg behandelt en indien er onverhoopt toch iets stuk gaat – dat kan natuurlijk, het wordt nu eenmaal gebruikt – u dat direct bij het terugbrengen aan ons meldt. Op die manier kunnen we er samen voor zorgen dat we lang plezier van deze materialen hebben.
De maanden van de straatfeesten lopen van juni ™ september. Het komt voor dat er meerdere feesten op dezelfde dag gepland zijn. Dan kunnen we in de problemen komen met het aantal spullen dat we kunnen uitlenen omdat dan niet aan alle wensen kan worden voldaan.
Daarom het volgende: als je tien kalenderdagen voor de gekozen datum van ons niets hebt gehoord, kun je ervan uitgaan dat de volledige aanvraag kan worden uitgeleend.
Wil je dus spullen lenen, doe dat dan ruim van tevoren maar uiterlijk twee weken voordat de activiteit plaats vindt. In geval je bericht krijgt dat je niet alles wat je wilt kunt lenen kun je een alternatieve bestelling plaatsen bij het commerciële bedrijf Adesta. Zij zijn niet duur en komen de spullen brengen en ophalen. In beginsel kunnen zij op een termijn van één week leveren en soms ook wel korter.
Bekijk hieronder de catalogus met uitleenmaterialen. Een verzoek voor het lenen van materialen kunt u richten aan secretaris@profburgwijk.nl
12-3-2020 | “Zonnepanelen in de binnenstad en de Professorenwijk zorgen voor een onevenredige schade aan het beschermd stadsgezicht” stelt Gerard Kramer, bestuurslid van de Historische Vereniging Oud Leiden (HVOL) in het LD van maandag 17 februari.
Het is zijn reactie op de plannen voor verruiming van de regels voor plaatsing van zonnepanelen van wethouder Fleur Spijker. Hij is hier (begrijpelijk) geen voorstander van. Beter is, zo geeft hij aan, met de verduurzaming te beginnen in de nieuwbouwwijken voordat de binnenstad eraan moet geloven.
De heer Kramer raakt een belangrijk en gevoelig punt. In de vorige eeuw dreigde voor veel gebouwen in oude binnensteden de slopershamer om ruimte te maken voor verkeer, grootwinkelbedrijven en hoogbouw. Ook voor Leiden lagen plannen voor grootschalige sloop en afbraak klaar maar dankzij het in 1974 aangetreden linkse college is Leiden dat bespaard gebleven en kent de stad nu beschermde stadsgezichten en rond de 11.000 historische panden. Men vond en terecht vindt men dat nog steeds, dat ze beschermenswaard zijn. Ook toekomstige generaties moeten ervan kunnen genieten.
Maar dat was in de vorige eeuw toen krokussen, anders dan nu, in februari nog onder de grond zaten. We hebben nu te maken met de klimaatverandering. Die noopt, willen we onze aarde behouden voor toekomstige generaties, tot dure, onprettige en ongemakkelijke maatregelen. Sommige van die maatregelen kunnen op een wat gespannen voet staan met de regelgeving ten aanzien van beschermd stadsgezicht en monumentenzorg. Het vorig jaar uitgebrachte bestuursakkoord van het college gaat daarop in. Daar staat: “ Ook in de historische binnenstad en andere beschermde stadsgezichten willen we meer ruimte bieden aan energieopwekking. Hierbij gaan we zorgvuldig te werk. We zoeken naar een nieuw evenwicht tussen behoud van historische waarden en de behoefte aan verduurzaming”. Dat het college nu de daad bij het woord voegt, is een goed signaal. Dat er naast de nieuwbouwwijken waar al langer plannen voor de energietransitie voor bestaan, ook wordt gedacht over verduurzaming in oudere wijken, inclusief het beschermd stadsgezicht, is alleen maar positief. Bewoners daar krijgen meer mogelijkheden een bijdrage aan de verduurzaming van de stad te leveren. En het ligt ook voor de hand want Leiden heeft relatief veel beschermd stadsgezicht. Wil Leiden de gestelde doelen ten aanzien van de energietransitie realiseren dan kan dat niet buiten beschouwing worden gelaten. Het gaat om bijna een derde van de totale Leidse woningvoorraad. Zonder inzet op verduurzaming in beschermd stadsgebied lukt het niet die doelen te halen. Dat zet, anders dan de heer Kramer stelt, zeker zoden aan de dijk. Voor het verdere verloop moeten we het vertrouwen hebben dat het gemeentebestuur hier goed over nadenkt en zorgvuldig omgaat met beschermd stadsgezicht. Van dat laatste ben ik na lezing van de plannen van wethouder Spijker wel overtuigd. Alleen als je over een bijna ongebreidelde fantasie beschikt, zou je kunnen zeggen dat die plannen tot een onevenredige schade aan het beschermd stadsgezicht leiden.
Cas Wiebrens
Of het nu het weer was of iets anders, feit is dat het aantal bezoekers van de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de Wijkvereniging dit jaar wat lager lag dan anders. Circa 30 leden woonden de vergadering bij. Er werd uitgebreid teruggeblikt op het afgelopen jaar. De kascommissie was tevreden en de plannen voor volgend jaar zijn goed ontvangen. Ook was er aandacht voor de verkeerssituatie bij de Caesarbrug en de bouwwerkzaamheden als gevolg van de Rijnland route.
Initiatief
Tijdens de vergadering kwam Maarten Stoffers met initiatief om het onderwerp duurzaamheid in onze wijk verder te brengen. Direct sloot een aantal wijkgenoten zich bij hem aan.
Ook interesse om mee te doen? Binnenkort op de website meer informatie over dit initiatief.
Felicitatie
Aan het einde van de vergadering feliciteerde bestuurslid Astrid van Eerden voorzitter Regine Scholten met haar lustrum in het bestuur, waarvan al vier als voorzitter. "We kunnen ons geen fijnere voorzitter wensen", zei Astrid mede namens de andere bestuursleden.
Zou Leentje Lotje ook de naam Hollandse Linde hebben geleerd toen zij langs die bomen liepen? Het is deze soort Linde die vaak langs wegen en in steden wordt aangeplant, zoals bijvoorbeeld de bevrijdingsboom aan de Zeemanlaan. De laatste jaren wordt hier door de buurtvereniging op de avond van 4 mei een krans gelegd ter nagedachtenis aan de gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog.
Lindes worden vaak aangeplant ter gelegenheid van historische gebeurtenissen. Toen Wilhelmina, Juliana en Beatrix koningin werden is dat ook in Leiden gebeurd. Die bomen kunnen nu ook gebruikt worden om een indruk te krijgen van hun groeisnelheid. Daarbij moet men allerlei factoren die de ontwikkeling beÔnvloeden even vergeten. Ik heb op 1 meter hoogte boven de grond hun stamomtrek gemeten. De Wilhelminaboom (6 sept. 1898, in het Plantsoen dichtbij de Plantage) heeft een omtrek van 2.27 meter; de Julianaboom (6 sept. 1948, tegenover het Gerecht) meet 1.81 meter en de Beatrixboom (30 april 1980, tegenover Gravensteen) is slechts 0.64 meter. Men heeft mij verteld dat de Linde aan de Zeemanlaan niet de oorspronkelijke is. Wat er met die boom is gebeurd weet ik niet. De omtrek van de stam, 1.29 meter, duidt erop dat de boom jonger is dan de Julianaboom, dus geplant is na 1948. De genoemde bomen zijn nog relatief jong en klein. Ze kunnen wel 600 jaar worden en een stamomtrek hebben van 10 meter want in Aken staat zo'n kanjer.
De Hollandse Linde, Tilia vulgaris Hayne, is een kruising tussen de Zomerlinde, T. platyphyllos Scob., en de Winterlinde T. cordata Mill. De Hollandse Linde is te herkennen aan het grote aantal loten dat altijd aan de voet van de stam wordt gevormd. Van oorsprong horen deze bomen in Nederland thuis. Uit onderzoek aan stuifmeelkorrels is bekend dat tijdens de laatste ijstijd de Linde uit ons land en het overgrote deel van Europa was verdreven naar Zuidoost-Europa. Ongeveer 7000 jaar v. Chr. was de Linde terug in ons land. Gedurende het Atlanticum groeide de Linde overal in het wild; tussen 3000 en 2000 v. Chr. begon een achteruitgang die tot op heden voortduurt.
Aan stuifmeel kan men ook honing herkennen. Lindebloesemhoning is voor liefhebbers een lekkernij. Als de Linde bloeit hangt er een heerlijke frisse geur en gonst het van de insecten die worden aangetrokken. Zij verzamelen dan nectar dat door Lindes overvloedig wordt geproduceerd. Arjen Neve is een imker van de imkervereniging die in het polderpark Cronesteijn het clubgebouw heeft. Hij tekende stuifmeelkorrels voor een boek over stuifmeelonderzoek van honing. Volgens dit boek bevat lindebloesemhoning naar verhouding weinig stuifmeel. De tekening hierbij is van zijn hand. Hierin is te zien dat de Linde een van de weinige bomen is waarvan het bloemetje goed ontwikkelde kelk- en kroonbladeren, meeldraden en een vruchtbeginsel heeft. Ook laat de tekening zien dat de bladeren hartvormig zijn. Na de bloei worden de bolvormige zaden met behulp van een schutblad door de wind verspreid.
Niet altijd worden Lindes gewaardeerd. In de zomer zitten de bladeren onder de bladluizen. Bladluizen produceren luizenmelk, dat is honingdauw en dat valt op de onder de bomen geparkeerde auto's. Mieren houden wel van deze meeldauwproductie. In Lindes ziet men vaak optochten van mieren die de luizen gaan melken.
Als men Lindes snoeit lopen de bomen gemakkelijk weer uit. Daarom kan men goed vormsnoei toepassen en door hun takken te ìleidenî leilindes kweken. Deze leilindes werden vroeger gebruikt als zonnescherm. Voor de Burcht kan men op een warme dag heerlijk onder een leilinde in de schaduw zitten (met een pilsje).
Over Lindes is veel te schrijven. Ze komen voor in spreekwoorden, rijmpjes en liedjes, sagen en sprookjes, in volksgeloof en volksgebruik, in (aardrijkskundige) namen, op wapens, zegels en schilden. Lindebloesem en Lindehoning kent een aantal medicinale toepassingen.
Het Latijnse Tilia betekent Linde. De naam Linde is zo oud dat men niet zeker is van de oorsprong. Het zou kunnen zijn afgeleid van het woord bast (linda = bindsel). De naam kan ook te maken hebben met het zachte hout. Dit zachte hout wordt voor veel doeleinden gebruikt zoals houtsnijwerk, muziekinstrumenten, broodplanken enz. Vroeger sneed men drukletters van Lindehout. Dus als deze buurtkrant op oude 'antieke' wijze zou worden geproduceerd zou deze bijdrage met Lindeletters zijn gezet.
Op 11 april 1905 aanvaardt Johan de leerstoel te Groningen in de Algemene en Vaderlandse Geschiedenis. In de tijd daarna schenkt zijn vrouw hem nog vier kinderen: Dirk, Leonhard, Jakob en nog een dochter: Hermanna Margaretha die vernoemd is naar Huizinga’s stiefmoeder die 20 januari 1910 is overleden. Dat vier jaar later zijn eigen vrouw zou overlijden was de grootste schok voor hem. Begin 1914 ontdekken de artsen bij haar een hersentumor waaraan ze enkele maanden later zou komen te overlijden. Johan ontwerpt zelf de gedenksteen voor haar graf. Na het overlijden van Mary vertrekt Huizinga naar Leiden. Hij bewoont er een huis aan de Witte Singel. Blok fungeert ook ditmaal als kruiwagen. Op 27 januari 1915 houdt Huizinga zijn inaugurele rede (over historische levensidealen). Een volgende schok wacht hem als zoon Dirk op de leeftijd van vijftien jaar komt te overlijden. Eind maart 1920 wordt hij begraven in Oegstgeest.
Verwerpelijk geschriftMaar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en het leven op de Universiteit wordt er niet makkelijker op. De bezetter ziet de leerstoelen graag opgevuld door Nationaal Socialisten en zoals te verwachten kan Huizinga als een van de eersten het veld ruimen; de Duitsers hadden immers nog een appeltje met hem te schillen.
In deze moeilijke jaren wordt op 4 november 1941 dochter Laura geboren, hij zal maar kort van haar kunnen genieten. Op 7 augustus 1942 wordt Huizinga gevangen genomen en naar St. Michielsgestel overgebracht. De Duitsers ontslaan hem uit dit kamp op 30 oktober wegens gezondheidsklachten. Maar Huizinga mag niet meer terugkeren naar Leiden, bang als de nazi’s zijn voor zijn invloed. Daarom verbannen zij Huizinga naar De Steeg, in het oosten van het land. De Steeg blijkt Huizinga’s laatste woonplaats te zijn, kort voor de bevrijding van Oost-Nederland overlijdt hij. Huizinga had de wens te worden begraven achter het groene kerkje in Oegstgeest, bij zijn zoon Dirk. Daar het op dat moment niet mogelijk is dit te verwezenlijken zet men hem bij op Heiderust te Rheden om op 27 februari 1946 alsnog te Oegstgeest te worden begraven.
Publicaties
Huizinga heeft tot in het jaar van zijn dood boeken gepubliceerd. De belangrijkste zijn: Hendrik Kern: Mannen en Vrouwen van beteekenis in onze dagen (1899); De opkomst van Haarlem, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (1906); Geschiedenis der Universiteit Groningen gedurende de derde eeuw van haar bestaan, Academia Groningana MDCXIV-MCMXIV (1914); Mensch en Menigte in Amerika (1918); Herfsttij der Middeleeuwen (1919); Erasmus (1924); Tien Studiën (1926); Leven en werk van Jan Veth (1927); Homo Ludens (1938); Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw, een schets (1941); Geschonden Wereld (1945). Veel van deze uitgaven circuleren nog in de tweedehands boekwinkels en veel worden van tijd tot tijd opnieuw uitgegeven. Misschien nog dit jaar verschijnt er een biografie van Huizinga door Willem Otterspeer, hoogleraar universiteitsgeschiedenis.
Uit: Vrienden zijn als bomen (Dichter onbekend)
Als je op een winderige dag in het voorjaar in het Roomburgerpark wandelt en de bomen al beginnen uit te botten, wuiven de Drentse krentenbomen (Amelanchier lamarckii F.G. Schroed.) je toe. Een witte waas komt dan in beweging en vaak dwarrelen dan al bloemblaadjes op de grond. Van dit boompje kun je in alle seizoenen genieten. Meestal zijn in juni /juli de donkerblauwe krenten rijp en kunnen ze worden gegeten. Ook de vogels weten dat. Nog voor de bessen goed rijp zijn beginnen duiven, merels en lijsters in het park ze al te eten waardoor mensen die later in het seizoen bessen willen plukken achter het net vissen. In de herfst worden de bladeren van het krentenboompje koperrood tot goudgeel. Loop je dan langs deze soort dan word je door kleurrijke bladeren toegewuifd. Snel daarna dwarrelt deze prachtige massa naar de grond. Een heel andere witte waas ontstaat op de takken als deze in de winter berijpt of besneeuwd zijn. Volgens mij verwoordt het - door een vriendin toegestuurde - gedicht ’Vrienden zijn als bomen’ op een prachtige manier hoe wij met het Drents krentenboompje kunnen omgaan.
Drents of Amerikaans
Het Drents krentenboompje is vanuit Noord- Amerika ingevoerd. Daarom wordt het ook wel het Amerikaans krentenboompje genoemd, bijvoorbeeld door Van der Meijden (‘Heukels’ flora van Nederland’, 2005). Boom (‘Nederlandse Dendrologie’, herbewerkt door J. de Koning, 2000) schrijft dat het Drents krentenboompje in 1781 in Duitsland is ingevoerd. Weeda et al.(1995) geven een uitvoerige toelichting hierop in de ‘Nederlandse Oecologische Flora’. In Nederland werd de krentenboom vooral bij Dwingeloo in Drenthe aangeplant en bij Eerde in Overijssel. De aanplant in Drenthe is de oorsprong van de naam ‘Drents krentenboompje’. Die verschillen in Nederlandse naamgeving roepen natuurlijk verwarring op en daarom wordt in de wetenschap de Latijnse soortnaam Amelanchier lamarckii gebruikt. Waarschijnlijk was het Drents krentenboompje voor de invoer in Europa in Noord- Amerika een zeldzaam ‘kruisingsproduct’ van verschillende Amelanchier- soorten. Omdat het Drents krentenboompje mooier was dan de andere Amelanchiersoorten die in Noord-Amerika groeiden (weelderiger bloei, grotere bloemen, mooiere herfstkleuren, lekkerder vruchten) is dit type gebruikt om in Europa in te voeren. Na de invoer in Europa werd in het oorspronkelijke verspreidingsgebied van het Drents krentenboompje heel veel gekapt. Verschillende Amelanchiersoorten gingen daardoor in dat gebied met elkaar bastaarderen. De oorspronkelijke Amelanchier lamarckii is daardoor in Noord Amerika uitgestorven.
Amelanchier vulgaris, krentenboom
De geslachtsnaam Amelanchier komt uit Frankrijk en is overgenomen van een Provençaalse plantennaam Amelanchier vulgaris. De vruchten van die plant noemt men am&eavute;lanche. Dat woord is mogelijk van Keltische oorsprong (C.A. Backer, 2000, ‘Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen’). Westhoff et al (1970, ‘Wilde planten; Flora en vegetatie in onze natuurgebieden’) schrijven dat deze boom waarvan men dacht dat het een hybride was, in Amerika nooit een soortnaam heeft gekregen. Nadat hij in Europa is ingevoerd bleek het wel degelijk een goed te onderscheiden, zaadvaste soort te zijn die door de Fransman Lamarck in 1783 een soortnaam kreeg, vandaar lamarckii. Lamarck dacht dat het Drents krentenboompje een soort meidoorn was. Dat idee was niet zo vreemd omdat zowel de meidoorn als het Drents krentenboompje thuishoren in de rozenfamilie, de Rosaceae.
Vroeger werden de bessen van de krentenboom gedroogd en in plaats van krenten (gedroogde druiven) in brood verwerkt. Vandaar de naam krentenboom. De bessen worden ook wel in pudding verwerkt of er wordt jam van gemaakt. Het hout in het midden van de stam (kernhout) is donkerbruin met een rode gloed; het hout tussen het kernhout en de bast (spinthout) is lichter. Er worden onder meer gereedschapsstelen van gemaakt. In de literatuur heb ik geen informatie over folklore of volksverhalen met betrekking tot het Drents krentenboompje, kunnen vinden. Dat is geen wonder want deze soort is in 1781 ingevoerd vanuit Noord-Amerika en veel volksverhalen dateren van voor die datum. Opmerkelijk is dat ook in veel andere bomen- en struikenboeken over weinig anders dan de biologische kenmerken van deze plant wordt geschreven. Er is dus weinig meer over te vertellen.
Verspreiding
Binnen Europa ligt Nederland (volgens Weeda et al) centraal in het gebied waar het Drents krentenboompje een vaste voet aan de grond heeft gekregen. De soort voelt zich thuis op pleistocene zandgronden en is zeldzamer in laagveengebieden en de duinen. De boom gedijt op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige-, zand-, leem- en veengrond. Bij Haarlem werd omstreeks 1870 voor het eerst uitbreiding van de krentenboom vastgesteld. Ingevoerde soorten krijgen volgens Weeda et al soms een plaagkarakter. Dat geldt ook voor het Drents krentenboompje. Zijn dichte loof onderdrukt de ondergroei van bosplanten. Daarom heeft deze soort een verarmend effect op de flora en uiteindelijk ook op de fauna. Moeten we nu bang zijn dat het Drents krentenboompje in het Roomburgerpark een plaag wordt? Dat verwacht ik absoluut niet. Daarvoor wordt in dat park meer dan voldoende gesnoeid en uitgedund. Het Drents krentenboompje is een meerstammige, breed uitgroeiende boom die zo’n 6-7 meter hoog kan worden. Soms bereikt hij zelfs een hoogte van 10 meter. Volgens de Nederlandse Dendrologische Vereniging kan deze soort tot een boompje met slechts één stam met een ronde kroon worden gekweekt die geschikt is voor het openbaar groen. Van mij mag dit type daarom wel als straatboom in onze wijk worden aangeplant. Dat is nog nooit gebeurd. Meerstammige bomen zijn uiteraard ongeschikt als straatboom.
Stippelmotten
In 1988 verscheen een boek ‘ Insects that feed on trees and shrubs’ (Warren et al, 2nd ed. Library of Congress in Publication Data). Daarin wordt geschreven over allerlei insecten die een relatie hebben met houtige gewassen. Diverse planten uit het geslacht Amelanchier worden door veel soorten insecten aangetast. Over aantastingen van ons Drents krentenboompje in Nederland is niet veel informatie te vinden. Dat is niet verwonderlijk omdat we met een ingevoerde soort te maken hebben. Ingevoerde soorten hebben vaak minder last van plagen dan inheemse soorten. Toch wordt deze boom hier wel aangetast, bijvoorbeeld door bladluizen. En ook door de meidoornstippelmot, Yponomeuta padellus L. In het nabij onze wijk gelegen polderpark Cronesteyn is in mei, juni en juli vaak te zien dat de meidoorn helemaal wordt kaalgevreten door grote groepen rupsen. Ze pakken die boom dan volledig in met een grote hoeveelheid wittig spinsel. Dat gebeurt soms ook met de krentenbomen in het Roomburgerpark. Er komt daardoor weer een witte waas over die bomen. In mijn achtertuin groeit een Drents krentenboompje en ik kan iedereen verzekeren dat hij zich daar heerlijk thuis voelt. 365 dagen van het jaar geniet ik van mijn boom waaraan altijd iets te zien is.
28-9-2021 | De voorbereidingen voor de herinrichting van de Hoge Rijndijk zijn inmiddels in fase 4 beland. Nu gaat fase 5 (voorleggen concept schetsontwerpen) van start.
De gemeente organiseert op 13 oktober een fysieke (mits mogelijk) informatiebijeenkomst voor bewoners en belangenorganisaties. Het bestuur van de wijkvereniging zal bij deze bijeenkomst aanwezig zijn. Heeft u vragen of opmerkingen dan kunt u die doorgeven aan bestuurslid John Molenaar.
31-8-2018. De Wijkvereniging heeft de vijf vragen beantwoord die de gemeente in haar brief van 26 juli 2018 stelde in het kader van het haalbaarheidsonderzoek Wijksportpark Roomburg. U vindt deze antwoorden In de pdf onder dit blok.