|
Van de Sande Bakhuyzenlaan
Professor Hendrikus Gerardus van de Sande Bakhuyzen, hoogleraar toegepaste natuurkunde Door Hans Elstgeest
Professor Hendrikus Gerardus van de Sande Bakhuyzen, hoogleraar toegepaste natuurkunde Door Hans ElstgeestWetenschap en kunst zijn al eeuwen met elkaar verweven. Bij de oprichting van wat nu de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) is, had de kunst al een eigen afdeling binnen die academie. Tegenwoordig wordt de kunst gedoceerd op academisch niveau (kunstacademie), zijn er universitaire studies kunstgeschiedenis en zie je bij kunstenaars eenzelfde bevlogenheid als bij wetenschappers. Had ik ooit de wetenschappers/kunstenaars familie Kamerlingh Onnes (Heike, Menso, Harm) met u besproken, nu ga ik de familie Van de Sande Bakhuyzen aan u voorstellen. Een familie van sterrenkundigen, schilders en… een Leidse burgemeester.
Hoofdpersoon Hoofdpersoon is Hendrikus Gerardus van de Sande Bakhuyzen. Hij wordt op 2 april 1838 geboren in Den Haag als zoon van landschapsschilder Hendrikus van de Sande Bakhuyzen en broer van de schilders Julius en Gerardina van de Sande Bakhuyzen. Het is een familie waar de kunst intensief wordt beoefend. Vader Hendrikus van de Sande Bakhuyzen (Den Haag, 2 januari 1795 - Den Haag, 12 december 1860) is etser, tekenaar en kunstschilder. Tevens is hij lid van het Haags Tekengenootschap. Zijn specialiteit: romantische landschappen (met vee). In 1822 werd hij lid van de Kunstacademie te Amsterdam. Hij trouwde met Sophia Wilhelmine Kiehl. Hendrikus kan gezien worden als één van de voorlopers van de ‘Haagse school’, De oudere broer van Hendrikus Gerardus is Julius van de Sande Bakhuyzen (Den Haag, 18 juni 1835 – Den Haag, 21 oktober 1925). Hij is kunstschilder en etser. Hij kreeg les van zijn vader en studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Hij schilderde portretten en (vooral) landschappen. Hij kan gezien worden als een vertegenwoordiger van de Haagse School. Ook was hij lid van diverse kunstenaarsverenigingen en medeoprichter van de etsclub van de ‘Pulchri Studio’. In 1871 won hij een Koninklijke medaille voor zijn werk ‘de vijver in het Haagse Bos’. De oudere zuster van Hendrikus Gerardus, Gerardina Jacoba van de Sande Bakhuyzen (Den Haag, 27 juli 1826 – Den Haag, 19 september 1895), schilderde en aquarelleerde vooral fruit en bloemen. Samen met haar broer Julius bestierde zij het atelier van hun vader na diens overlijden. In 1861 kreeg zij een erelidmaatschap van de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. In 1876 was ze medeoprichtster van de Hollandsche Teekenmaatschappij, waarna ze zich, net als haar broer Julius aansloot bij het kunstenaarsgezelschap ‘Arti et Amicitiae’.
Sterrenkunde Hendrikus Gerardus begint zijn studie in Delft waarna hij Leiden verkiest om bij de grote Frederick Kaiser sterrenkunde te gaan studeren. In 1863 promoveert hij en aanvaardt een baan als leraar aan het Utrechtse en later het Haagse Gymnasium. In 1867 wordt hij hoogleraar toegepaste natuurkunde aan de ‘Polytechnische School’ te Delft. Als in 1872 Frederick Kaiser (die bijna eigenhandig in 1861 het nieuwe Sterrewachtcomplex op het toenmalige Hortusgebied uit de grond had gestampt en toen al Van de Sande Bakhuyzen wilde inlijven als observator) komt te overlijden is Van de Sande Bakhuyzen degene die Kaisers leerstoel na enkele maanden overneemt. En niet alleen de leerstoel, ook de dagelijkse leiding over de Sterrewacht komt op Hendriks schouders te rusten. Dit resulteert al snel in een aantal moderniseringen van het instrumentarium. Tussen het lesgeven – ook avondcolleges – en zijn onderzoeken door werden een aantal grote projecten (mede) onder zijn leiding tot een goed einde gebracht zoals de ‘waterpassing van Nederland’ en de onderhandelingen over het vastleggen van de sterrenhemel op de gevoelige plaat de zogenoemde ‘Carte du Ciel’. Hoewel leiden uiteindelijk niet deelneemt aan de Carte du Ciel, leidt dit toch tot de aanschaf van een astrofotografisch instrument. Zo wordt de astrofotografie (fotografie van de hemelobjecten) in Leiden geïntroduceerd en naar een hoog peil gebracht. Samen met zijn broer Ernst Frederick doet Hendrik veel onderzoek naar sterparallaxen (sterstanden ten opzichte van de Aarde en de Zon in de verschillende jaargetijden, waaruit de afstand berekend kan worden). Ernst Frederik van de Sande Bakhuyzen (Den Haag, 8 januari 1848 – Den Haag, 3 maart 1918), is net als broer Hendrikus sterrenkundige. Hij studeert werktuigkunde en komt ook op de Leidse Sterrewacht terecht. Zijn sterke punten zijn onder meer de berekeningen die in 1912 leidde tot de juiste voorspelling van de zonsverduistering op 17 april die in de omgeving Maastricht het best te zien zou zijn. Na het emeritaat van zijn grote broer neemt hij het directeurschap van de Sterrewacht op zich in 1909. Een jaar later wordt hij buitengewoon hoogleraar.
Emeritaat Het emeritaat van Hendrikus komt dus in 1908. Het was in die tijd gebruikelijk om op 70-jarige leeftijd de functie neer te leggen. Voor de opvolging wordt even aan de Groningse hoogleraar J. C. Kapteyn gedacht, maar toen die te kennen gaf er geen heil in te zien werd de veel jongere Willem de Sitter voorgedragen. Toen Ernst Frederik kwam te overlijden nam De Sitter ook het directoraat van de Sterrewacht op zich. Misschien vallen Van de Sande Bakhuyzens prestaties misschien een beetje in het niet bij wat Kaiser en De Sitter voor de Leidse sterrenkunde hebben betekend, maar toch is zijn harde werken beloond: zo kreeg Hendrik bijvoorbeeld in 1904 een eredoctoraat aangeboden door de Universiteit van Cambridge en vielen hem vele andere onderscheidingen ten deel. De door hem bewerkstelligde samenwerking met andere observatoria in de wereld, en vooral die van Zuid Afrika, hebben zijn leerlingen in staat gesteld om hun kennis aanmerkelijk te vergroten.
In 1923, hij was toen 85, overlijdt Hendrikus Gerardus van de Sande Bakhuyzen in Leiden en wordt hij begraven in het familiegraf op Groenesteeg bij zijn in 1885 en 1896 overleden kinderen Marie (werd 3 jaar) en Henri (17 jaar) en zijn in 1910 overleden echtgenote Geertruida van Vollenhoven. Hij liet twee dochters en één zoon achter. Bijzonder is dat deze zoon - Adriaan - de toekomstige burgemeester van Leiden zou worden. Adriaan van de Sande Bakhuyzen (Leiden, 18 april 1874 - Leiden, 23 april 1951) was Burgemeester van Leiden van 1927 (als opvolger van N. C. De Gijselaar, één van Leidens populairste burgervaders) tot 1941 Toen werd hem door de bezetter de wacht werd aangezegd en werd hij door de NSB’er De Ruyter van Steveninck vervangen. Na de oorlog heeft Mr. Adriaan van de Sande Bakhuyzen tot 1 januari 1946 nog een aantal maanden zijn burgemeesterstaak vervuld. Daarna moest hij om gezondheidsredenen afhaken en ging hij met pensioen. Naast zijn burgemeesterschap was hij lid van onder meer de 3 October Vereniging, Vereniging Oud Leiden en Vereniging Koninginnedag Leiden. Zoals gebruikelijk was Adriaan in zijn functie als burgemeester ook curator van de Universiteit Leiden.
Bronnen: De Leidse Senaatskamer (Blok ea.) De Leidse Sterrewacht, vier eeuwen wacht bij dag en nacht (van Herk, Kleibrink, Bijleveld) De wiekslag van hun geest (Otterspeer) Groenesteeg, een historische begraafplaats in Leiden (Moerman) Het Leidse Pluche (ver. Jan van Hout) Jaarboekje Vereniging Oud Leiden jaargang 1919 Royal Astronomical Society Wikipedia Winkler Prins Encyclopedie
|