De watercipres in het algemeen kan erg oud worden, wel 2500 jaar. Men kan dus stellen dat toen Christus geboren werd er al Watercipressen groeiden die tegenwoordig nog op dezelfde plaats staat. Maar de takken van deze boom heeft man vast niet kunnen gebruiken ñ als men dat had gewild ñ om de kerststal te versieren. In die tijd groeide de Watercypres namelijk niet in het Midden Oosten.
Hoewel de Watercypres niet op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen voorkomt is de soort wel een monument. Tot 1941 was de Metasequoia enkel als fossiel bekend. Duizenden jaren geleden bedekten Metasequoiaís een groot deel van de aarde. Men heeft lang aangenomen dat de soort sedert het Plioceen, zoín 2 miljoen jaar geleden, was uitgestorven. In 1941 echter troffen geleerden in China meer dan 100 grote exemplaren aan in het Shui-Hsa-Pa-dal, in de provincie Hupeh. Later ontdekte men er nog meer.
De takken waren misschien ook niet geschikt om de kerststal (in de winter?) te versieren. De Watercypres verliest namelijk zijn naalden nadat ze roestbruin zijn verkleurd. De Watercypres is gemakkelijk te stekken en met behulp van stekken is de boom thans op vele plaatsen in Europa aangeplant. In Europa zijn er nog maar weinig exemplaren die al bloeien en kegels vormen. Daarvoor zijn de bomen nog te jong.
Als men tegen de Watercypres aanduwt veert de bast terug. De bast is een kurklaag waardoor de boom heel erg goed bestand is tegen brand; de bast beschermt als het ware de boom. Ook kan deze soort relatief goed is een vervuilde omgeving groeien. Het is niet te hopen dat de Watercypres in dit park omwaait. Mocht het ooit gebeuren dan is het waarschijnlijk erg interessant om te zien dat de wortel weer gaat uitlopen en dat er zo weer een nieuwe ìkanjerî kan ontstaan.