die pereboom zien... dat kun je
met mensenhanden toch maar niet maken.”
Arjen Miedema (1902-1984) in
“ Gesprekken met Gabriël”
Als peren bloeien zijn ze zo mooi. Arjen Miedema bewonderde ‘zijn’ perenboom op een avond toen zijn vrouw al sliep. Hij is beslist niet de enige liefhebber. In de Wasstraat groeien sierperen. Een aantal bewoners van die straat kan in het voorjaar vanuit hun woning de wit bloeiende bomen bewonderen, bijvoorbeeld de bewoners van nr. 9. Hun uitzicht doet denken aan het prachtige schilderij van Vincent van Gogh van een bloeiende perenboom. Helaas kunnen de bewoners van de Wasstraat dit jaar weinig vruchten aan hun bomen zien. In het afgelopen voorjaar was er nachtvorst toen de bomen bloeiden. Daardoor is de bloesem beschadigd en hebben zich bijna geen vruchten ontwikkeld.
Sierperen
Of de mensen in de Wasstraat de peren ooit hebben geproefd van de bomen in hun straat betwijfel ik. De vruchten van sierperen worden in ons land vrijwel nooit gegeten. De peren van de bomen in de Wasstraat zijn tamelijk klein (2-3 cm) en niet lekker. Ze zijn eigenlijk te klein om te schillen en het klokhuis er uit te halen. Ik heb ze nooit geproefd, maar ze zijn waarschijnlijk melig en bitter. Toch zouden ze wel gegeten kunnen worden; dat gebeurt in andere landen wel en vroeger ook in ons land. Sierperen behoren tot het geslacht Pyrus; de peren die wij wel eten behoren ook tot dat geslacht. In de wijkkrant van september 2006 schreef ik over de bomen in de Wasstraat. Er staan daar in totaal 17 perenbomen die na de Tweede Wereldoorlog zijn aangeplant. Ze waren in 2006 gemiddeld 24 jaar oud waren en hun stamomtrek was gemiddeld 48 centimeter.
Peren om te eten
De peren die wij eten hebben de wetenschappelijke naam Pyrus communis L. sativa DC . Sativa komt van het Latijnse woord sativus wat gezaaid, gekweekt betekent. Pyrus is het Latijnse woord voor peer en communis betekent algemeen (Backer, C.A., 2000, Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen). Pyrus communis sativa< betekent dus ‘algemene gekweekte peer’. Deze Pyrus communis sativa (die diverse wijkbewoners in hun tuin hebben) is ontstaan uit de wilde peer Pyrus communis L. In tegenstelling tot de gekweekte peer heeft de wilde vorm twijgen met doornen. De stam van de wilde peer wordt tegenwoordig gebruikt om cultuurrassen op te enten. De onderstam kan vaak beter tegen ons klimaat dan die van een cultuurras. Vooral de winter is hier te koud.
De vruchten van de wilde peer zijn erg klein. Langzamerhand zijn de bomen met de lekkerste en grootste peren uitgekozen om voort te kweken. Daardoor hebben we nu bomen (allerlei cultuurvarianten) met vrij grote vruchten die gebruikt kunnen worden als handperen, stoofperen en peren voor heerlijke producten zoals taart en perencider. In de loop der eeuwen is er door kwekers heel veel geselecteerd met de diverse Pyrus-soorten en zijn er diverse soorten en rassen met elkaar gekruist. Het lijkt mij niet uitgesloten dat – als onderzoek (DNA-analyses) wordt gedaan naar het erfelijk materiaal van Pyrus communis sativa – zal blijken dat deze soort in de loop der eeuwen kenmerken heeft verworven die toebehoren aan andere Pyrus-soorten, inclusief sierperen.
Ingevoerde perenbomen
De peer groeit in het wild in Zuid-, Midden- en Oost-Europa en aangrenzend Zuidwest Azië. In Ninevé, de vroegere hoofdstad van Assyrie, groeiden ongeveer 750 jaar v. Chr. gecultiveerde perenbomen waarvan de vruchten werden gegeten. Waarschijnlijk was Pyrus communis rond de Steentijd, 3000 v. Chr., al in de Lage Landen te vinden.Mogelijk betrof dat al een niet raszuivere soort (M. de Cleene, 2008, De plantencode) en bevatte deze soort reeds erfelijk materiaal van andere Pyrus-soorten. Omstreeks 1600 waren er in West- Europa al allerlei Pyrus-soorten (More, D. & JK. White, 2003, Cassell’s trees of Britain and Northern Europe). Uit de 17de eeuw dateert een vermelding van wilde perenbomen (Pyrus communis) in het Zalkerbos aan de IJssel bij Zwolle. Ook elders komen sporadisch wilde peren voor. Waarschijnlijk zijn het geen wilde vormen maar hoofdzakelijk nakomelingen van weggegooide klokhuizen (Weeda et al.,1995, Nederlandse Oecologische Flora).
De peer in het volksgeloof en de cultuur
De peer wordt vaak – evenals de appel – gebruikt als vruchtbaarheidsymbool. De peer met haar zoete smaak en haar overvloedig sap en haar vorm is dan ‘vrouwelijk’. De boom wordt vaak geassocieerd met huwelijkstrouw en met voorspellingen of men wel of niet een dochter krijgt. In de bloementaal wordt de perenboom perelaar genoemd. Perelaar betekent troost. De peer zelf duidt op genegenheid. De boom speelt ook een rol in de volksgeneeskunde. In kunstafbeeldingen is de perenboom het symbool voor welvaart, niet alleen wegens de sappige vruchten, maar ook om het mooie hout dat voor precisiewerk wordt gebruikt. Zwart gekookt wordt perenhout als vervanger van ebbenhout gebruikt. In de pianobouw verkiest men het boven alle fineersoorten. Men kookt het zwart en gaat het daarna glanzend mat politoeren. Dat doet men ook voor zwarte pianotoetsen en mesheften.
Een peer is geen appel
Het verschil tussen een peer en een appel kun je zien aan de vruchten. Aan die van een peer blijven de kelkbladeren zitten (zie de afbeelding in de wijkkrant van sept. 2006), aan die van de appel vallen ze af. Ook de bladeren van de appelboom en de perenboom zijn ongelijk. Perenbladeren zijn cirkelrond tot eirond, kort toegespitst en vaak kaal van onderen; die van de appelboom zijn rond tot elliptisch, zelden langwerpig, kort toegespitst en van onderen behaard tot viltig. Mij is geleerd dat peren- en appelbomen zelf op hun vruchten lijken, dus een perenboom op een peer en een appelboom op een appel. Ik heb de indruk dat dit ezelsbruggetje over het algemeen opgaat. Peren worden vaak met appels vergeleken of misschien is het wel het omgekeerde, want we zeggen: ‘appels met peren vergelijken’. Er zijn volgens de Van Dale ongeveer evenveel spreekwoorden of uitdrukkingen met daarin het woord appel als het woord peer. Met betrekking tot de peer kennen we uitdrukkingen als: iemand een peer stoven, de peer is nog niet rijp, als de peer rijp is valt hij, met de gebakken peren (blijven) zitten, hoe smaakt (je) die peer, prut met peren, een sappige peer, een peer ophebben, de peer in twee snijden, iemand een peer draaien, het in zijn peer hebben, een waardeloze of juist geschikte peer, een hoge, nieuwe peer. En natuurlijk dus ook appels met peren vergelijken. Het is aardig in de verschillende jaargetijden in de oudste straat van onze wijk, de Wasstraat, naar de perenbomen te kijken. Helaas kunnen we dit najaar aan de vruchten niet zien dat we niet met een appel maar met een peer te maken hebben, dus u zult vooral moeten letten op de uiterlijke kenmerken van de bladeren.