|
Mevr. Van der Kamp
Oude kleuren
door: Gesineke Veerman
Wij wijkbewoners van jaren twintig/dertig-huizen houden tegenwoordig van 'authentieke details'. Wie geen en-suite schuifdeuren meer heeft overweegt ze in een verbouwing terug te plaatsen, granito vloeren worden onder het tapijt tevoorschijn gehaald en het glas-in-lood mag blijven zitten. Om de 'jaren dertig-look' af te maken met een fris wit of grijs verfje wordt het houtwerk zo ver mogelijk afgekrabd. Dan ontdekken we echter dat een echt 'authentiek' jaren dertig-huis toch heel wat anders moet zijn geweest dan wij nu doen voorkomen. Onder lagen van jaren bevindt zich een bont palet van okergeel, olijfgroen, osserood en helder blauw. Hoe zou zo'n huis aanvoelen?
Lia van de Kamp kan het me laten zien. Zij en haar man kochten hun huis op de Fruinlaan na het overlijden van juffrouw van Hoorn (1890-1972) die het samen met haar vriendin juffrouw Langezaal (Leiden, 1886- ?) in 1930 liet bouwen. “Toen ik het huis voor het eerst binnenkwam en de hardblauwe tegels in de entree zag, dacht ik meteen 'die gaan we eruit halen', maar het is er nooit van gekomen.” Nog altijd is er nauwelijks iets veranderd in het huis. De hardblauwe tegels achter de voordeur zijn versierd met een felrood vierkant in simpel mozaïek en het brievenbuskastje is zwart. De radiatoren staan er nog op pootjes en zijn geschilderd in bij de kamer passende kleuren: zwart, blauw, donkerrood, groen. De hal is betegeld in oranjebruine tegels met een donkerbruine rand en fraaie hoektegels. De badkamer is oker/donkergeel en zwart, met ingebouwde zeepbakjes van geglazuurd aardewerk met een gootje in het midden en zwart omrande rechthoekige lampen aan weerszijden van de spiegels. De keuken is betegeld in lichter blauw. De lichtschakelaars zitten in een rond glazen plaatje met een papiertje eronder. Alles is op maat gemaakt. Ingebouwde kasten, hordeuren die nog steeds perfect sluiten, vensterbanken waar je op kunt zitten en allerlei handig hang- en sluitwerk waar je niet aan blijft haken. Het glas in de keukendeur begint al te vloeien.
Twee vrijgezelle dames “Het is echt een huis dat voor twee vrijgezelle dames is ontworpen”, zegt buurvrouw Cora Kuijpers, die de dames van Hoorn en Langezaal nog gekend heeft. Twee bijna identieke zitkamers, gescheiden door een schuifdeur, een grote keuken en bijkeuken, een royaal trappenhuis en boven twee even grote slaapkamers aan de voorkant, een ruime badkamer, en een klein kamertje voor de dienstbode waar overdwars precies een eenpersoonsbed in past en in de kast een wastafel is verborgen. In de slaapkamers hangen nog steeds de bellen met een koordje eraan, waarmee je haar vanuit je bed kon roepen.
Bernard Buurman De vrijgezelle vriendinnen lieten het huis ontwerpen door Bernard Buurman, een bekende Leidse architect. Hij ontwierp in onze wijk ook de Oud-Katholieke kerk in Zwitserse chaletstijl, waarin verschillende tussendeuren geschilderd werden met poepbruine verf, en het plafond met goudverf. Zijn vriend Chris Lebeau voorzag de muren van bonte schilderingen met veel paars en groen. Een ander bekend gebouw van hem in onze wijk is het voormalige Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis in de Roodenburgerstraat, dat hij voorzag van een erker waarvan het dak opengeschoven kon worden voor het loofhuttenfeest, en speelgoedkastjes in mooie heldere kleuren. Zelf woonde de architect er schuin tegenover, in een door hem ontworpen pand op de hoek van de Cronesteinkade, waarin zich tevens zijn architectenbureau bevond, en een woning voor de weduwe van zijn overleden voorganger. Het huis dat Bernard Buurman voor de dames Langezaal en van Hoorn ontwierp, is de helft van een twee-onder-een-kap villa in Engelse cottagestijl, met leistenen dakpannen en metselwerk in het in onze wijk veelvuldig gebruikte kettingverband, dit keer met diepliggende voeg, in de afmetingen 10 x 10 x 10 m. Ze lieten hun tuin ontwerpen door de bekende tuinarchitecte Mien Ruys. Het verhaal gaat dat ze na de oorlog de tuin flink konden uitbreiden, omdat een NSB-achterbuurman zijn grond moest afstaan.
Directrice en ingenieur De dames waren graag gezien in de stad Leiden en konden zich zo'n villa goed veroorloven. Juffrouw Langezaal ('klein en frêle, met een knotje', volgens de buurvrouw) was een van de eerste vrouwen die in Delft was afgestudeerd als ingenieur, in 1910. Ze gaf wis-, natuur-, en scheikunde op de Leidse HBS voor meisjes (MMS), op de Garenmarkt. Haar vriendin, juffrouw van Hoorn ('groot en stevig, in mantelpak met das'), was directrice van dezelfde school. Het leerlingenaantal steeg in hun tijd van honderd naar driehonderd leerlingen en de school die aanvankelijk niet goed bekend stond, kreeg een goede reputatie. Ik vind een krantenfoto van hen beiden in het Leidsch Dagblad van 23 december 1950, waarop juffrouw van Hoorn haar vriendin een koninklijke onderscheiding opspeldt, na veertig jaar trouwe dienst. Op de voorgrond staat een bouquet met veertig anjers, die door veertig leerlingen al marcherend de zaal binnen zijn gebracht, na het zingen van een speciaal voor de gelegenheid gecomponeerd feestlied. Juffrouw van Hoorn prijst haar vriendin met de bewering dat zij geheel beantwoordt aan het ideaalbeeld van de docent, zoals geschetst door professor van Thiel. Naast het bezit van allerlei vakinhoudelijke en sociale deugden moet zo'n docent ook 'nimmer iets teveel zijn'. De huiselijke sfeer op de Fruinlaan zal voortaan worden verhoogd door een radiotoestel en pick-up-installatie, namens de docenten geschonken.
Pronkjuweel Precies twee jaar later valt juffrouw van Hoorn een vergelijkbaar eerbetoon ten deel, als zij haar zilveren jubileum viert. Nieuwe Leidsche Courant, 22 december 1952: Een commissie van ontvangst leidde de (tweehonderd!) gasten voor het besloten huldigingssamenzijn naar de in kerstsfeer gestoken zolder van het schoolgebouw, een nogal benepen vertrekje, dat door de opgewekte gezichten, de respectabele stroom van waardering en hartelijkheid en de glinsterende geschenken, waarachter mej. Van Hoorn tenslotte geheel schuil ging, een wonderlijke ruimte kreeg... 'De stad Groningen heeft veel pronkjuwelen,’ zei burgemeester van Kinschot, 'maar 1 heeft zij toch op 1 januari 1928 aan de sleutelstad afgedaan. Dat was mej. Van Hoorn... Het werk van mejuffrouw van Hoorn kent één lijn: die van grote opoffering.' Dr. van Ent, de inspecteur, voegt eraan toe: 'Haar tucht heeft deze opmerkelijke eigenschap, dat zij bij de leerlingen zelftucht kweekt. Krachtig en voortvarend was ze, en vol energie. Ze vond dat je elke dag nieuw moest zijn tegenover de kinderen en zorgde voor een positieve sfeer op school. Ouders van leerlingen schenken f1 340,- in een nieuw Tine-van-Hoorn-fonds. Dit fonds bestaat nog steeds, en is tegenwoordig bestemd om culturele activiteiten voor leerlingen van het Da Vincicollege van te financieren.
Zes hoopjes Na hun pensionering komen de beide dames vaak bij buurvrouw Cora Kuijpers, die zes jonge kinderen heeft, een van de weinigen in de buurt. Ze spreken over ontwerpfouten in de wijk, omdat de P.J.-Blokstraat smaller is dan de naastgelegen Cobetstraat. De kinderen krijgen snoepjes van juffrouw Langezaal. Op de tafel verdeelt ze deze in zes gelijke hoopjes. Tot op het laatst een van de eerste vrouwelijke ingenieurs in Nederland de tel kwijtraakt bij hoopje drie...
Heeft uw interieur ook nog de oorspronkelijke kleuren? Laat het weten via buurtherinneringen@gesineke.nl
Foto's:
detailfoto's kleuren interieur
Foto achterkant huis
Foto De nieuwe huizen aan de Fruinlaan, 1931
Krantenfoto ' 'Mej. Ir A.M.D. Langezaal, lerares H.B.S., Koninklijk onderscheiden
|