|
Kindje wiegen
door: Gesineke Veerman
Voor dit kerstnummer hebben we buurtherinneringen opgehaald aan het 'Kindje wiegen'. Op eerste kerstdag om twaalf uur komen peuters en kleuters uit de buurt, hun ouders, grootouders en grote broers en zussen naar de Sint-Petruskerk. Ze verzamelen zich bij de kerststal om te luisteren naar het kerstverhaal, liedjes te zingen en een kaarsje op te steken. Na afloop is er wat lekkers.
Vraag en antwoord “We doen het al bijna dertig jaar”, vertelt Marijke van Cleef, die acht jaar lang hielp om dit feestje te organiseren. “Eerst werd het verhaal verteld uit een boek met plaatjes. Later werd het een vraag-antwoord spel naar aanleiding van de kerstfiguren die je in de stal ziet staan. Op het hoogtepunt, in 2011, zaten er vijftig kinderen op ons vertelkleed.”
Belletjes en 'eia eia' De traditie van het 'kindjewiegen' zelf is nog veel ouder. Er bestaat een verslag (of in dit geval waarschijnlijk 'beklag') uit 1604, waarin wordt beschreven hoe de priester tijdens de mis op eerste kerstdag een wiegje met een beeldje in luiers meebrengt en op het hoogaltaar neerzet. Hij begint het kindje te wiegen en zingt 'Eia, eia'. In de kerk wordt het lied overgenomen en begeleid door luid geklingel van allerlei belletjes. Die hangen aan de wiegjes van de kinderen, die in grote getale met hun ouders zijn mee gekomen. Ook het orgel speelt zacht het wiegeliedje mee.
Vandaar dus die tot de verbeelding sprekende benaming, en vandaar dat we in sommige oude kerstliedjes 'na na na' , ' eia eia', en 'sus sus' zingen. (Bron: www.camerata-trajectina.nl)
Beschuit met muisjes Tegenwoordig lopen de kinderen lekker heen en weer tijdens het verhaal. “Kan allemaal”, verzekert Marijke. Het laatste liedje is altijd 'Midden in de winternacht'. Het 'laat de citers slaan, blaast de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen', mogen de kinderen begeleiden op muziekinstrumentjes. Sambaballen voor de kleintjes en blokfluiten voor de groten. Daarna is er beschuit met muisjes die in allerijl is gesmeerd na de plechtige ochtendmis, in de pastorie. Het blijft tenslotte een geboortefeest.
Knikengeltje Speciale attractie is het zogenaamde 'knikengeltje'. Dat knikt als je er kaarsengeld in doet. “Wil je een kaarsje aansteken?”, vragen we altijd als een kind binnenkomt. Dan helpen we ze erbij. De kaarsjes worden bij elkaar gezet. Aan het eind mogen de kinderen hun kaarsjes weer uitblazen.”
Marijke moest zich altijd haasten om de kinderen op tijd te kunnen ontvangen. 's Ochtends zingt ze in het koor tijdens de mis, dan snel snel smeren, en een kwartier voor aanvang klaarstaan voor de ontvangst. “Ga maar op het kleed zitten en zoek maar een goed plaatsje, dat je het goed kunt zien.”
|