|
Paddentrek in ProfBurgwijk
26-3-3021 : Mogelijk ben je onlangs tijdens een avondwandeling een kikker of een pad op straat tegengekomen, of misschien zelfs een salamander. Helaas komen we ook geplette exemplaren tegen en dat is jammer want het aantal padden loopt ernstig terug. Vandaar de oproep: red een amfibie!
Veilige overtocht Vanaf februari, en soms zelfs al in januari (afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid) tot in april bewegen amfibieën zich na zonsondergang vanuit hun winterverblijf (beschutte tuinen e.d.) naar het water om zich voort te planten. Een veilige overtocht is hierbij belangrijk. Als een amfibie op de stoep, het fietspad of de straat zit vormen voetgangers, fietsers, scooters en auto’s een serieuze bedreiging voor het dier. Op dat moment kun je dus een amfibie redden. Hoe, dat lees je hieronder.
Paddenpatrouille In 2020 is de Paddenpatrouille KNNV Leiden opgericht. Met inmiddels een grote club van vrijwilligers wordt nu een aantal trajecten bewaakt. Momenteel zijn er nog geen trajecten in onze wijk. Wel worden de putten in een paar straten regelmatig gecontroleerd door Corinna Vermeulen (coördinator Paddenpatrouille).
Hotspots voor amfibieën Ook als je geen vrijwilliger van de patrouille bent, kun je een amfibie in veiligheid brengen. In onze wijk zijn een aantal locaties geïdentificeerd als hotspots voor amfibieën, waaronder de Van Vollenhovenkade en -plein, Uhlenbeckkade, Meyerskade, Van de Sande Bakhuyzenlaan en de Van den Brandelerkade en omgeving.
Zo breng je een amfibie in veiligheid
- Zorg dat je schone handen hebt (geen desinfectiegel, dat tast de huid van deze dieren aan)
- Pak het dier voorzichtig op
- Pad: schuif je vingers vanaf voorkant onder kop en schouders en maak met je andere hand een kommetje over het beestje heen.
- Kikker: vaak is het al genoeg om even het verkeer rondom de kikker te leiden. Als het dier blijft zitten, pak het dan bij een achterpoot
- Salamander: “pel” het dier voorzichtig van de ondergrond door je vingers van opzij midden onder het lijf te schuiven; indien nodig kun je ze bij de staartwortel (vlak achter de pootjes) pakken.
- Verplaats het dier niet meer dan noodzakelijk en liefst in de richting waarin het keek voordat het jou in de gaten kreeg. Zet het in de dichtstbijzijnde berm.
- Let op: zet de dieren niet in het water, ze weten zelf het beste waar ze heen willen. En loop zo min mogelijk door de berm.
- Als je twee padden op elkaar ziet (het mannetje zit bovenop), laat dat dan zo. Het hoort bij het paringsritueel en “ontkoppelen” beschadigt de dieren.
- Zodra je thuis komt, je handen wassen (tot dan niet aan je gezicht zitten).
- Desgewenst kun je je reddingsactie(s) als waarneming doorgeven op:
Wat kun je nog meer voor amfibieën doen? Een tuin met veel schutplekjes is een fijne plek voor amfibieën, evenals voor vogels en egels. Laat (op sommige plekken) het afgevallen blad liggen en zorg dat er voldoende beschutting is van planten en houtstapels. Als je veel naaktslakken hebt, zullen padden ze graag komen opeten. Padden en salamanders hebben in de zomer overdag een schuilplek nodig waar ze niet uitdrogen. In de herfst trekken ze naar hun winterverblijf in een schuurtje, hout- of steenstapel o.i.d. Padden trekken tot een paar kilometer ver, salamanders maar een paar honderd meter. Als er een vijver is, zorg dan dat amfibieën er ook weer uit kunnen.
Voor meer informatie:
Angelique Valk
|