De Lammenschansweg, samen met de Hoge Rijndijk één van de belangrijkste verkeersaders door (of langs) onze wijk. Deze wegen leiden direct naar het Leidse centrum. Door Hans Elsgeest.
Als vlak voor de Tweede Wereldoorlog grote delen van onze wijk en de tegenoverliggende Tuinstadwijk ontstaan, is er helemaal nog geen sprake van een Lammenschansweg, tenminste niet zoals we hem nu kennen. Er rijdt een boemeltrammetje op een verhoogd talud, tweebaans, van- en naar Den Haag: de blauwe tram! Daar ligt overigens wel de oorsprong van de Lammenschansweg. Toen in 1923 deze tramlijn in gebruik is genomen en het tracé dus door de weilanden buiten de singels liep is daar nog nauwelijks bebouwing, dat komt pas in de jaren dertig, als aan beide zijden van de trambaan resp. de Tuinstadwijk (in eerste instantie tot de Koninginnelaan) en de Professorenwijk (Kropholler driehoek) verrijzen. Deze wijken moesten wel ontsloten worden en zo ontstaat aan de Tuinstadzijde de Lammeschansweg (dus zonder 'n'), waarvan het maar een haar gescheeld heeft of deze had Zuiderzichtweg geheten, naar het 'buiten' dat daar voor de trambaan moest wijken. Aan onze kant wordt het de Kamerlingh Onneslaan. De tram maakt ruim een kwart eeuw gebruik van deze route waarna het gedaan is met de tram en bussen de dienst overnemen. Zo verdwijnt de rails en verschijnt het asfalt. Het gehele traject is omgedoopt tot Lammenschansweg, dus inclusief de 'ventwegen' tot aan het Lammenschansplein.
Voor de naamgever gaan we terug tot de belegering van Leiden door de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog, die door het heldhaftig optreden van enkele moedige burgers en edelen voor Leiden zéker geen tachtig jaar geduurd heeft. Hoewel naar de exacte lokatie nog onderzoek wordt gedaan is deze strategische plek - een soort heuvel in het omringende landschap - door de Spaanse belegeraar gebruikt om zich te 'verschansen' en de stad te omsingelen. Naast Schans Lammen liggen er om Leiden nog meer van deze schansen, allen op zeer strategische plekken zodat elke beweging van- en naar de stad nauwlettend in de gaten gehouden kan worden. Schans Lammen moet gesitueerd geweest zijn nabij de kruissing van een aantal belangrijke waterwegen: de Vliet, de Roomburgerwatering (Rijn- en Schiekanaal) en de Vrouwenvaart. Dat dit omringende water de Spanjaard in de nacht van 2 op 3 oktober 1574 letterlijk tot aan de lippen komt te staan luidt het ontzet van de tot honger en ziekten verzwakte stad in. Eén van de belangrijkste heldendaden die op het moment van plaatsvinden nauwelijks of geen bloedvergieten heeft gekost, de Spanjaarden vertrekken met de staart tussen de benen de Schansen, misschien ook wel met de komst van de Geuzen in 't achterhoofd, en laten de vertwijfelde burger achter met een goed gevulde pot met stevige kost...daarom heeft de Schans Lammen een prominente plaats in de geschiedschrijving over het Leids beleg gekregen. De naam komt dan ook op verschillende plekken in onze omgeving voor!
Bronnen: Cronesteyn, van broekland tot polderpark, Ed vd Vlist. Leiden, geschiedenis van een Hollandse stad, Van Maanen. Wikipedia.
Dit artikel is gedeeltelijk een bewerking van het artikel dat in april 2015 verscheen in de Wijkkrant.