Professor Pieter Zeeman, buitengewoon hoogleraar natuurkunde Door Hans Elstgeest
Pieter Zeeman was van 1908 tot 1935 hoogleraar te Amsterdam. Hij was de enige Nederlandse Nobelprijswinnaar die de prijs toegekend kreeg nog voor hij hoogleraar was. In 1902 ontving hij, samen met ‘leermeester en collega’ Hendrik Antoon Lorentz, de Nobelprijs voor het baanbrekende werk op het gebied van de splitsing van spektraallijnen en het daaruit door hen ontdekte ‘elektron’.
Pieter Zeeman wordt geboren op 25 mei 1865 in Zonnemaire, een klein dorpje op Schouwen-Duiveland (Zeeland) dat vanaf 1961 onderdeel is van de gemeente Brouwershaven. Tegenwoordig wonen er nog zo'n kleine achthonderd mensen. Pieter was zoon van Catharinus Forandinus Zeeman en Willemina Worst. Pieters’ vader was Nederlands Hervormd predikant. Na de lagere school ging Pieter naar de HBS in Zierikzee, niet ver van Zonnemaire. Hij doorliep deze vrijwel zonder moeite (wat mede te danken was aan zijn vader die hem les gaf in Frans). Daarna kreeg hij privélessen in de klassieke talen. Deze werden hem gegeven door de conrector van het gymnasium te Delft. Hier, in Delft, kwam hij voor het eerst in contact met Heike Kamerlingh Onnes. Zeeman ging in Leiden studeren waar hij op 18 januari 1893 promoveerde bij Kamerlingh Onnes. Zijn proefschrift; ‘Metingen over het verschijnsel van Kerr bij polaire terugkaatsing op ijzer, kobalt en nikkel’ gaf al aan welke richting het met 'Pietje van de dominee' op zou gaan. In 1890 was Pieter al assistent van Lorentz in Leiden, waar de onderzoeken naar het Kerr-effekt plaatsvonden (een door de Schot John Kerr waargenomen effect van stoffen onder invloed van een elektrisch veld).
Huwelijk Na zijn promotie vertrekt hij naar Straatsburg waar hij zich richt op de voortplanting van elektrische trillingen in water. Maar korte tijd later is hij alweer terug in Leiden, om op 28 maart 1895 in het huwelijk te treden met Elisabeth Lebret (uit dit huwelijk worden een zoon en drie dochters geboren), en zich in 1896 als privaatdocent in Leiden te vestigen. Dat jaar komt het grote succes. Zeeman weet door middel van een zelf gebouwd instrument de spectraallijn van een natriumvlam te splitsen in meerdere lijnen. Deze natriumvlam werd tussen de schoenen van een elektromagneet geplaatst waarna de splitsing van de lijn zichtbaar werd. Een tot dan toe nog niet ontdekt ‘deeltje’ werd hiermee op schitterende wijze aangetoond. Dit deeltje kennen we als het elektron. Na berekeningen van Lorentz en nogmaals wikken en wegen kón het niet anders of dit was het bewijs van het bestaan van het elektron (wat eerder al wel vermoed werd maar niet bewezen). Het Zeemaneffect, zoals het ontstaan van de gesplitste lijnen wordt genoemd, is van ongekend belang geweest in de verdere onderzoekingen naar het gedrag van elektronen en moleculen. Overigens heeft de zeer bescheiden Zeeman de ontdekking van het elektron nooit aan zichzelf toegeschreven door de ‘magnetische splitsing van spectraallijnen’ het ‘Zeemaneffect’ te blijven noemen. Ook werd en passant - min of meer - aangetoond dat licht wel eens een deeltjeskarakter (kwantummechanica) zou kunnen hebben in plaats van een golfkarakter. Taaie kost. De huidige wetenschap is er dan ook nog niet helemaal uit (ondanks kwantum-, relativiteits- en snaartheorieën). Ontdekt werd later wel dat het ontstaan van de lijnen verband houdt met de 'spin' of draaiing en/of draaisnelheid van het elektron.
Lorentz 2 december 1896 wordt Zeeman benoemd tot lector in Amsterdam. In het laboratorium aan de Plantage Muidergracht worden onderzoekingen verricht die betrekking hebben op het splitsen van bijvoorbeeld cadmiumlijnen. Samen met Lorentz worden theorieën onderzocht, onderbouwd en bewezen. Voor de ontdekking van het elektron ontvangen zij in 1902 samen de Nobelprijs voor de natuurkunde (ook andere wetenschappelijke onderzoekingen van de heren afzonderlijk werden op deze manier bekroond). Er is daarna nauwelijks iemand die Zeeman en zijn werk op de juiste waarde weet in te schatten, het is toch wel merkwaardig dat hij pas zes jaar later tot hoogleraar wordt benoemd.
In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Juist in dat jaar wordt Zeeman een nieuw laboratorium beloofd dat uiteindelijk pas in 1923 in gebruik kon worden genomen. Hier beschikt hij over de meest geavanceerde spullen die hij zich maar zou kunnen wensen. Toch leidt dit eigenlijk nooit meertot diezelfde hoogtepunten lals voorheen. In 1935 neemt Pieter Zeeman afscheid als hoogleraar, hij is dan 70 jaar. Hij is tot dan toe, met name door het buitenland, overladen met eerbewijzen, zoals natuurlijk de eerder genoemde Nobelprijs, maar ook eredoctoraten van tal van universiteiten (Oxford, Brussel, Parijs, Philadelphia, etc.), lidmaatschappen van wetenschappelijke instellingen, medailles en andere prijzen. In Nederland duurt het even voor men hem voor zijn werk prijst. Alleen het lidmaatschap van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen in Amsterdam was een vroege blijk van waardering (1898). In 1940 werd ‘zijn’ lab, nog tijdens zijn leven, gedoopt tot Zeeman-laboratorium, een besluit van de Amsterdamse gemeenteraad.
Dan, het is 9 oktober 1943, overlijdt hij - te midden van het oorlogsgeweld - na een kort ziekbed, hoewel het zich in eerste instantie niet zo ernstig had laten aanzien. Enkele dagen daarna is zijn stoffelijk overschot op de prachtige algemene begraafplaats ‘Kleverlaan’ in Haarlem ter aarde besteld, waar hij nog immer wordt vergezeld door zijn leermeester Hendrik Lorentz.
bronnen: - De Kleverlaan, een monument als hedendaagse begraafplaats (gem. Haarlem, sector stadsbeheer) - De Tweede gouden eeuw (B. Willink) - Grote Winkler Prins Encyclopedie - Leidsch Dagblad - Nederlandsche helden der wetenschap, levensschetsen van 9 Nobelprijswinnaars (Pieter Zeeman door W. de Groot en C.J. Bakker) - Negen Nederlandse Nobelprijswinnaars (museum Boerhaave, Leiden) - Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek - Pieter Zeeman 1865 - 5 mei - 1935 (div. auteurs tgv. zijn emeritaat) - Pioniers der natuurwetenschappen (L. Beek) - Van Stevin tot Lorentz (A.J. Kox, M. Chamalaun)